5 tips – Kamperen is het hele jaar door leuk

Wandelen is een leuke hobby, of je nu een beginner bent of een meer ervaren wandelaar. De vier seizoenen in het noorden maken het wandelen aangenaam en afwisselend. De seizoenen stellen ook verschillende eisen, vooral aan de uitrusting.

1. Probeer een dagwandeling

Dagtochten zijn de meest voorkomende vorm van wandelen. Voor een tocht van een paar uur is het voldoende om je qua kleding op het weer aan te passen. Kies de route van tevoren op basis van hoe lang je wilt wandelen. Er is veel informatie beschikbaar over populaire routes, bijvoorbeeld over de lengte van de route, de staat van het pad/de weg, toegankelijkheid en parkeerplaatsen. Controleer altijd ook de weersvoorspelling vooraf. Bij droog weer zijn de routes vaak makkelijker begaanbaar.
Als het weer goed is, zijn de belangrijkste uitrustingsstukken voor een dagwandeling eten en zonnebrandcrème.

2. Kleed je goed

Bereid je voor op weersafhankelijke kleding, vooral van de herfst tot de lente. Merinowollen kleding maakt het mogelijk om in lagen te kleden, wat gemakkelijk aan te passen is, ook gedurende de dag. De uitrusting van een actieve wandelaar bestaat uit een merinowollen basislaag en een merinowollen tussenlaag, merinowollen sokken en een water- en winddichte shell. Vul de uitrusting aan met accessoires. Pak een merinowollen trui, merinowollen muts en merinowollen tube sjaal in.

Voor schoeisel zijn wandelschoenen, hardloopschoenen of laarzen geschikt, afhankelijk van het seizoen en het terrein. Een kleurrijke shell helpt om op te vallen in de natuur. Dit is vooral nuttig in noodsituaties.

De voordelen van merinowol zijn ook onmiskenbaar in de zomer. In goed ademende kleding is het aangenaam om te wandelen, zelfs bij warm weer. De Finse zomer kent vaak ook wisselvallig weer. Het voordeel van merinowol is dat de kleding warmte biedt bij koel weer en aangenaam koel blijft bij hitte. Merinowol houdt ook warm als het nat wordt, bijvoorbeeld bij onverwachte regenbuien. Laat de kleding na de tocht luchten, dan zijn ze na een paar uur weer fris. Luchten verwijdert zelfs zweet- en rookgeuren uit merinowollen kleding.

3. Pak je rugzak voor de tocht

Wandelen en proviand horen absoluut bij elkaar. Investeer in een rugzak die je de hele dag kunt dragen. Pak drinken, proviand en eventuele lekkernijen in, afhankelijk van de lengte van de tocht. Een thermosfles houdt je drankje of zelfs soep indien nodig warm. Als je wilt koken, neem dan een campingkooktoestel mee. Op sommige routes is het mogelijk om te koken bij een vuurplaats. Meestal is daar brandhout beschikbaar. Neem echter altijd zelf vuurmaakmiddelen en aanmaakblokjes mee.

Voor eerste hulp is het goed om minstens pleisters en wondreinigingsmiddelen bij je te hebben. Andere handige kleine spullen zijn lippenbalsem, zonnebrandcrème, een zonnebril en een zakmes. Vergeet ook je eetgerei niet. Als je van het bekende pad wilt afwijken, zorg dan ook voor een kompas en een kaart. In de winter neem je de uitrusting gemakkelijk mee op een pulka. Sneeuwschoenen maken het lopen door diepe sneeuw gemakkelijker. 

4. Overnachting tijdens het wandelen

Tentkamperen is het gemakkelijkst om in de zomer te leren, wanneer het inpakken lichter is. Het kiezen van de juiste kleding en uitrusting wordt moeilijker naarmate de temperatuur daalt. Plan de route en de overnachtingsplek vooraf. Informeer ook duidelijk waar overnachten is toegestaan. Als je kiest voor een natuurreservaat, is overnachten alleen toegestaan op aangewezen plekken.

Voor een nachtelijke tocht neem je aanzienlijk meer spullen mee dan voor een dagtocht. De handigste manier om de uitrusting te dragen is een rugzak en in de winter ook een pulka. Je kunt overnachten in een tent, hangmat of bijvoorbeeld een onbewaakte hut. Zorg voor een slaapzak en een slaapmat die passen bij de weersomstandigheden. Een mat met gesloten cellen of met luchtvulling maakt het slapen comfortabeler en isoleert tegen de kou van onderaf.

Dunne merinowollen kledinglagen zorgen voor een aangename en warme nachtrust. Met een basis- en tussenlaag aan blijft bewegen en slapen licht en flexibel. Extra warmte krijg je van een merinowollen shirt, muts en sokken. Vrouwen hebben vaak ook behoefte aan extra warmte bij het zitvlak. Warmte toevoegende kledingstukken zijn bijvoorbeeld merinowollen onderbroeken en/of een merinowollen rok.

Vergeet nooit een hoofdlamp of zaklamp mee te nemen, een EHBO-kit en voldoende eten en drinken.

5. Volg de kampeeretiquette tijdens het wandelen

• Gooi geen afval weg, want afval hoort niet in de natuur. Neem mee wat je meebrengt. Op veel kampeerplekken zijn er afvalpunten waar je je afval kunt achterlaten.
• Houd huisdieren aangelijnd. Respecteer de natuur, het broedseizoen en de rust van wilde dieren. Je kunt goed met een huisdier wandelen in de natuur, zolang het maar aangelijnd is.
• Kampeer alleen op toegestane plekken. Informeer naar de kampeerregels van je bestemming. Respecteer de natuur op de kampeerplek. Was je niet en spoel geen vaat direct in het water. Als je een onbewaakte hut gebruikt, lees dan de huisregels goed door.
• Maak alleen vuur op daarvoor toegestane plaatsen. Gebruik indien mogelijk altijd een campingkooktoestel. Maak geen vuur tijdens bos- en grasbrandwaarschuwingen. Vuur maken is geen algemeen recht. Veel vuurplaatsen bieden brandhout aan. Gebruik hout spaarzaam. Onthoud dat berkenbast niet van bomen mag worden gescheurd als aanmaakmateriaal.
• Controleer bewegingsbeperkingen. Het algemeen betredingsrecht geeft ruime bewegingsvrijheid. Controleer echter altijd de mogelijke bewegingsbeperkingen van het gebied. Wandelen is vaak vrijer toegestaan dan bijvoorbeeld fietsen. Houd bij het kanoën minimaal 50 meter afstand van vakantiehuisjes aan de oever. Sommige gebieden zijn bijvoorbeeld tijdens het broedseizoen van vogels geheel afgesloten voor toegang.